Kwetsbaar als een veldbloemetje

Zo ver ik kan zien,
enkel maïs, maïs, maïs….
Tienduizenden ?
Honderdduizenden?
En plots zie ik daar een klein
kwetsbaar paars veldbloemetje tussen staan…..
Hoe mooi ze daar staat te wezen!

En ik bedenk dat
als dat bloemetje gans de tijd OPZIJ zou kijken naar de anderen en zou denken
“ik ben geen maïs,
ik zie er anders uit dan al die andere,
ik maak een ander geluid als de wind over mij heen waait dan het geluid van al die anderen, ik ben veel kleiner,
ik sta maar in de schaduw van al die grote planten,
mijn stengeltje is zelfs kleiner dan één vrucht van hen….”,
dan zou dat veldbloemetje daar héél ongelukkig van worden…

Maar zij kijkt OMHOOG en laat zich voeden door de zon,
die haar omarmt met haar zonnestralen, waardoor zij het mooie fijne veldbloemetje kan worden tot wie ze bedoeld is…..

En als ik terug kom stappen na een fikse wandeling denk ik nog even in paniek ”
ik vind haar nooit meer terug tussen al die maïs…Wat is haar betekenis dan ?”….tot ik plots besef “als ik gelijk welke willekeurige maïs had aangeduid, zou ik deze in de massa ook nooit meer hebben teruggevonden, juist omdat ze allemaal zo op elkaar gelijken”.

… en dan net op dat moment
staat ze daar een beetje verder plots te glunderen : het frèle kleine paarse veldbloemetje!

Juist zij valt op in de massa, omdat ze niet zoals alle anderen is, en omdat ze kwetsbaar durft zijn tussen alle zogenaamde sterken rondom haar.

Ann De Brucker

[templatera id=”120″]